Ir. Pieter Johannes van Voorst Vader ( 1884-1958)

'Jan' was civiel ingenieur en werkzaam bij Rijkswaterstaat, laatstelijk als hoofdingenieur-directeur. Hij startte zijn loopbaan in 1907 in Terneuzen waar het kanaal Gent-Terneuzen verbeterd diende te worden, werd vervolgens als bedrijfsingenieur aangesteld bij de veren en bemalingsinrichting bij de werken in de Bergse Maas, was werkzaam op het bureau van de Inspecteur-Generaal in Den Haag voor het nazien van bestekken e.d. en werd arrondissementsingenieur te Haarlem met als opdracht verbetering en uitvoering van de rijkswegen rond Haarlem en verbreding van het Merwedekanaal. 

Van 1930-1935 was hij arrondissements-ingenieur van het Noordzeekanaal, waar hij o.a.  onderhoud en verbetering van de buitenhaven van IJmuiden op zich nam. Onder zijn leiding werden 6 stoomveerponten gebouwd, miljoenen m3 baggerwerk verricht, een deel van de rijksweg Velsen- Amsterdam aangelegd, vele onderhandelingen en contracten afgesloten met de gemeente Amsterdam, Velsen, waterschappen, directie Hoogovens, scheepvaartmaatschappijen e.d.. 

Eind 1935 werd hij hoofdingenieur- directeur te Arnhem waar hij zich wederom diende in te zetten voor wegenverbetering alsook de aanleg van het Twentekanaal.

Hij was gehuwd met Frederica Sara Catharina Metzlar, 'Fre', (1886-1949). 

Zij kregen vijf kinderen.