Pieter Vader (1734-1800)
Teunis Vader (?-1751), schout en secretaris van Schoorl, was de vader van Pieter. Hij was een patriot (te vergelijken met een republikein, dus niet prinsgezind). Er bestond een goede band met de heer van de heerlijkheid Schoorl, die eveneens een vurig patriot en een van de beheerders van de bezittingen van de familie Van Nassau Bergen was. Deze familie had bezittingen in het hele land, waaronder de heerlijkheid Kortgene. De beheerders wilden een patriottisch geestverwant als rentmeester van de bezittingen in Kortgene in het overwegend Orangistische Zeeland. Zij kozen toen voor Pieter, die in 1761 in Kortgene arriveerde.
Politiek gezien kende Kortgene in die dagen roerige tijden. De baljuw (burgemeester) van Kortgene was een Oranjeklant, maar omdat hij disfunctioneerde werd Pieter, die een geboren administrateur en goed redenaar bleek te zijn, vanwege zijn bewezen diensten tot baljuw benoemd.
Pieter huwde Leijntje Daniëls (1741-1804). De vader van Leijntje, Abraham Daniëls uit Veere, kreeg van de West Indische Compagnie kamer Zeeland toestemming “om met zijn eigen schip naar het westen te varen; slaven in te kopen aan de westkust van Afrika en die door te verkopen in Suriname”. Volgens de familie overlevering zijn Marokkaanse zeerovers hem en zijn schip noodlottig geworden en is hij zijn leven als slaaf geëindigd.
Uit het huwelijk werden 7 kinderen geboren, waarvan alleen Abraham Vader (1770-1854) en Willem Lodewijk Vader (1775-1849) de volwassen leeftijd haalden.
Willem en Abraham werden uiteindelijk Oranje-aanhangers en hun kinderen geestverwanten van en steunpilaren voor Groen van Prinsterer, de politicus die aan de basis stond van de anti-revolutionaire stroming, d.w.z. de protestants-christelijke stroming binnen de politiek en samenleving. Zij waren met Groen van Prinsterer persoonlijk bevriend.